Bron: Alert Isolatie, Jerry de Nijs
Tegenwoordig zijn prefab daken onmisbaar in de nieuwbouw. Dit brengt uitdagingen met zich mee, zoals het voldoen aan de eisen voor luchtdichtheid van hellende daken. Met name het luchtdicht maken van de dakvoet – de verbinding tussen het hellende dak en de muurplaat – kan een knelpunt vormen. Ik vertel je graag over de oplossing die wij bij Mavotrans samen met onze partner Alert hebben ontwikkeld om dit detail gegarandeerd luchtdicht te maken.
Prefab kappen zijn tegenwoordig de standaard, waardoor de bouwkwaliteit natuurlijk aanzienlijk verbeterd is. De voordelen van het gebruik van prefab (dak)elementen in de bouw zijn groot:
- Consistente hoge kwaliteit van de componenten
- Tijdsbesparing op de bouwplaats
- Duurzamer door verminderd bouwafval op de bouwplaats
Luchtdichtheidprestaties en -eisen prefab elementen
De uiteindelijke prestaties van prefab elementen hangen toch nog sterk af van de juiste montage. Hoewel de daksegmenten zelf een hoge warmteweerstand hebben, kan een slechte afdichting van naden leiden tot warmteverlies en wordt de hoge isolatiewaarde in feite tenietgedaan. Hoewel de Rc-waarde iets zegt over warmteweerstand van een element, geeft het geen volledig beeld van de energieprestaties van een gebouw (BENG). Een dak kan bijvoorbeeld een hoge Rc-waarde hebben, maar door slechte aansluitingen een lage energieprestatie hebben. Daarom is het behalen van de luchtdichtheidseisen van cruciaal belang voor een effectieve isolatie.
Luchtdichtheid – Hoe zat het ook alweer?
Luchtdoorlatendheid, aangeduid als qv;10, is de volumestroom van lucht (in dm³/s of dm³/s.m² vloeroppervlakte) die door kieren en naden in de gebouwschil gaat bij een drukverschil van 10 Pascal. Dit gaat dus om de ongewenste luchtverplaatsing tussen binnen en buiten door openingen, afgezien van gewenste luchtverplaatsing via de daarvoor aangebrachte ventilatieopeningen. Volgens het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl – voorheen #Bouwbesluit) mag de luchtdoorlatendheid bij een druk van 10 Pascal (Pa) niet hoger zijn dan 200 dm³/s.
De BENG-eis voor luchtdichtheid is onderverdeeld in drie klassen (volgens NEN 2687). Klasse 1 voldoet aan de basisnorm van het Bbl, maar deze hoeveelheid lucht is nog steeds aanzienlijk en ongewenst voor een energiezuinige woning. Daarom wordt bij BENG-berekeningen ook een luchtdichtheidswaarde opgegeven die meestal strenger is dan de Bbl-eis. Vanaf klasse 3 spreken we over passief bouwen.
- BENG Luchtdichtheid klasse 1 – Basis: qv;10 > 0,6 dm³/s.m²: Voldoet aan het Bouwbesluit, geen bijzondere eisen
- BENG Luchtdichtheid klasse 2 – Goed: qv;10 tussen 0,3 en 0,6 dm³/s.m²: Energiezuinig bouwen (tegenwoordig bijna altijd standaard gewenst)
- BENG Luchtdichtheid klasse 3 – Uitstekend: qv;10 < 0,15 dm³/s.m² : Passief bouwen (of vergelijkbaar met andere vorm van zeer energiezuinig bouwen)
Om aan klasse 2 of 3 te voldoen, moet er aandacht worden besteed aan de details van de aansluitingen. Praktijkmetingen tonen aan dat de dakvoet veruit het grootste luchtlek is in de woningbouw. Dit is problematisch omdat – eenmaal gebouwd – het ook het moeilijkst te repareren lek is. Het verbeteren van de afdichting in de dakvoet biedt dan ook een uitstekende mogelijkheid om de algehele luchtdichtheidsscore te verhogen.
Probleem: luchtdichte aansluiting verkrijgen bij de dakvoet
Daksegmenten, zoals scharnierkappen, rusten op muurplaten. Deze cruciale onderdelen moeten aan strenge eisen voldoen. De muurplaat, een balk gemonteerd in F-ijzers, moet stevig en luchtdicht zijn. Maar voldoen aan de luchtdichtheidseisen voor deze ruwe bouwonderdelen is uitdagend, vooral gezien de wisselende omstandigheden op de bouwplaats. Bij het plaatsen van prefab kappen worden deze met een kraan boven de woning gehangen en vervolgens gecontroleerd neergelaten door bouwvakkers.
Het afdichten van de aansluiting tussen muurplaat en vloer gebeurt nu voornamelijk nog met (pur)schuim. Dat blijkt in de praktijk een lapmiddel. Het aanbrengen van isolatie over de gehele breedte van de dakvoet is zeldzaam vanwege de verdeelde verantwoordelijkheden tussen aannemer en onderaannemer. Coördinatie en samenwerking op dit cruciale knooppunt tijdens de ruwbouwfase blijven een uitdaging.
De oplossing: Mavotrans dakvoetisolatie
Deze dakvoetisolatie wordt gemonteerd door de folie vast te nieten aan de binnenzijde van de muurplaat. Wanneer het dakelement over de muurplaat wordt geplaatst, drukt het direct de dakvoetisolatie stevig in de ruimte achter de muurplaat. Dit detail is nu blijvend elastisch (duurzaam luchtdicht) en draagt bij aan een BENG luchtdichtheidsklasse 3 (passief bouwen).
Deze dakvoetisolatie heeft dus verschillende voordelen ten opzichte van de bekende traditionele oplossingen.
- De montage is simpel. In de praktijk zien we dat vaklui dit na een korte uitleg foutloos kunnen monteren
- De dakvoetisolatie kan ook bij slechte weersomstandigheden worden gemonteerd en zaken zoals bouwstof hebben geen invloed op de werking
- Dankzij de zware glijfolie is het zelfs mogelijk om de dakelementen te schuiven, wat niet mogelijk is met andere oplossingen zoals rubber- of schuimprofielen die snel beschadigd raken en lekken veroorzaken bij het nastellen.
- Na installatie is de dakvoet zowel lucht- als thermisch dicht
Met deze dakvoetisolatie wordt aanzienlijk bespaard op montagetijd op de bouwplaats, terwijl de kwaliteit van de luchtdichtheid ongeacht de weersomstandigheden behouden blijft en de dakvoet gegarandeerd luchtdicht is.
Meer weten over de Mavotrans dakvoetisolatie? Ga naar de productinformatie
Al onze ontwikkelingen ontstaan in samenwerking met onze klanten en partners. Feedback is daarom van harte welkom. Mocht je vragen hebben over de dakvoetisolatie, of meer informatie wensen? Laat het ons weten!